· 

Oneindig verleid




Mijn liefhebberijen maken dat ik sinds de midden jaren negentig voor verkopers van verschillende herenmodezaken, schoenenzaken, boekhandels en kantoorboekhandels (eerst in Haarlem en nu in Amersfoort en omgeving) een graag geziene gast ben en ik ontmoet hen ook met veel plezier; een gezamenlijk belang bindt soms meer dan liefde.

 

Tevens zorgen mijn liefhebberijen ervoor dat ik tuk ben op nieuwe winkels vol met verleidingen. Toen ik nog in de advocatuur werkzaam was, was het een bonus om na een zitting in een 'verre' stad te winkelen, zeker als ik het idee had dat de zitting goed was verlopen. Ook in andere plaatsen kenden sommigen mij na verloop van tijd.


 

In 2010 was er in de Schagchelstraat in Haarlem een nieuwe herenmodezaak, Sedotto, wat Italiaans voor 'verleid' is. De eigenaar kende ik wel van Broekman en van VIP en ook de jongens die op zaterdag bij hem werkten kende ik daarvan. Wat een prachtige winkel was dat, de prachtigste Italiaanse herenmode en aanverwante Italiaanse artikelen (wijn, koffie, olijfolie, koekjes, boeken) en een prachtig espressoapparaat in een - toen nog - obscuur achterafstraatje van Haarlem, de Schagchelstraat. Ik kon er te kust en te keur, een prachtig roze hemd, een overjas, een jasje en een pak, het was allemaal binnen de kortste keren gekocht. Er was rust en aandacht in de zaak, het was voor mij meteen een luxe pleisterplek in de stad.

Ergens in 2012 raakten de eigenaar, die zo was ik inmiddels te weten gekomen, Ruud Veldkamp heette, en ik aan de praat over mijn heimelijke wens om voor het plezier in een herenmodezaak als de zijne te werken. Tot mijn verbazing zei hij omdat hij dacht dat ik daar wel geschikt voor was het wel bij hem mocht proberen, om te kijken of ik het wat vond. Zonder enig nadenken nam ik dat aanbod aan.


Met Rob in Florence onderweg naar de Pitti (foto Hans Guldemond)
Met Rob in Florence onderweg naar de Pitti (foto Hans Guldemond)

Op 20 oktober 2012 was het dan zover. Ik meldde me bij de winkel in m'n Tombolini pak (Ocean, zo hadden we de kleur genoemd) en had er helemaal zin in. Er was nog een oudere heer, die Ruud ook kwam helpen, Rob van Valkenburg heette hij. Het was een dag uit duizenden, ik had een van mijn bestemmingen gevonden. Kleren verkopen paste als een jas. Ik verkocht een sjaal en een overjas, ik was helemaal hyper. Ik postte 's avonds op Facebook dat ik er een zaterdagbaantje bij had en zo was het ook. Het was pure liefhebberij, een keer in de twee weken, later een keer in de maand.

 

Het was het begin van een heel nieuw leven, met nieuwe ervaringen, nieuwe kennis en, als een totaal onvoorziene bijvangst, een trits aan nieuwe vrienden, allemaal liefhebbers die voor het plezier zo af en toe een zaterdag hielpen. Ruud bleek een talent te hebben om dergelijke liefhebbers aan zich te binden en al die mannen konden het erg goed met elkaar vinden. Geen van allen hadden we een achtergrond in de mode o.i.d. maar we hielden van mooie kleren en daarin herkenden we elkaar. Ik kwam erachter dat er meer waren zoals ik en dat ik met hen ongegeneerd over mooie knoopjes, stiksels, dessins, mouwinzetten, knoopsgaten enz. kon praten en hen even kon aanraken om te voelen hoe de stof van hun pak of jasje voelde, zonder dat zij daar raar van opkeken. 



De foto die in het lookbook van de Society Shop kwam
De foto die in het lookbook van de Society Shop kwam

Ik ging meerdere keren mee naar de Pitti Uomo, de hoogmis van de mannenmode in Florence. Ik keek mijn ogen uit, wat een verzameling dandy's en fatten bij elkaar. Ik werd er in 2016 zelf ook gefotografeerd en kwam zo ongevraagd in een lookbook van de Society Shop terecht. Het was een groot feest. We hadden made-to-measure weekenden waarbij er 'kleermakers' uit Italië kwamen, met als liefste man ooit Bruno met zijn godfatherstem. We gingen nog maar weer eens naar de Pitti, we deden elk jaar in december vol overgave mee aan 'het straatje van Emma', we gingen met elkaar naar het strand, wijntjes drinken, eten. Ik werd zelfs een heel klein beetje onderdeel van de Schagchelstraat. Wat een geluk had ik dat ik bij Sedotto hoorde.

 

Ondertussen bleef ik natuurlijk ook kleren verkopen op zaterdag. Ik werd er beter in, leerde hoe klanten reageren en hoe daar dan weer op te reageren, leerde dat mijn smaak niet per se de smaak is die gemakkelijk verkoopt, leerde wat commercieel is en wat niet enz. Ik leerde veel vaste klanten kennen en ook dat verrijkte mijn leven.



De vriendschappen verdiepten zich. Met Rob was ik zo verbonden geraakt dat we bijna geen woorden meer nodig hadden om onze vriendschap vorm te geven. Ook toen Rob en Marianne definitief in Portugal gingen wonen en ik Rob niet zoveel meer zag, was hij mijn vriend, zonder dat we dat hoefden te benoemen. Met Roupert ging ik elk kwartaal uit eten/lunchen, met Michael en Raymond heb ik bijna dagelijks contact. Verjaardagen, andere hoogtijdagen, we waren erbij. En Ruud zag ik elke zaterdag dat ik werkte. 's Morgens, als het rustig in de zaak was, praatten we bij, hadden het over elkaar sores en over elkaars vrolijkheden, we hadden er genoeg van beide. 



Ik ging in Amersfoort wonen, maar bleef een keer per maand naar Haarlem gaan, het was te fijn. Toen ik in 2019 besloot om in het basisonderwijs te gaan werken werd het moeilijker en in 2020 moest ik stoppen met mijn zaterdagbaantje, tot mijn spijt. Ik ging nog wel zo af en toe naar Haarlem, maar de Pabo was een gulzig dier dat al mijn tijd opvrat. We zagen elkaar minder, maar Sedotto bleef belangrijk in mijn leven. Het was geenszins uit het oog uit het hart.

 

In september vorig jaar was het bij mij zonder dat ik het doorhad opeens op. Ik was oneindig moe, paniekerig en verdrietig. Ik had nog summier contact met anderen. Van de 'Sedottovrienden' hielpen Ray en Michael me erg. Ik had via de app soms contact met Rob, die ziek werd en maar niet beter wilde worden. Hij hield me op de hoogte en ik probeerde hem zo goed en zo kwaad te ondersteunen door hem te laten weten dat ik van hem hield. Veel meer zat er bij mij niet in.


En toen greep het leven in maart van dit jaar opeens in. Zowel Ruud als Rob overleden binnen een week. Wat een verdriet voor hen die van Ruud en Rob houden, onder wie ik mezelf schaar.

 

Ik zag op de begrafenis van Ruud hoe onder anderen Roupert en Roel ervoor zorgden dat hun allerbeste vriend en mentor de begrafenis kreeg die Ruud voor zich had gezien. Ik zag hoe 'de Schagchelstraat' worstelde met het verlies van de grote animator van alles wat er in de straat gebeurde. Ik zag hoe Ruud ons en alle klanten sinds 2010 had verleid en hoe hij door ons allen werd bemind.

 

Rob stief in Portugal, Marianne was bij hem en velen in Nederland waren in gedachten bij hen beiden. Wat een vriend had ik in hem gekregen en wat ben ik blij dat dat is gebeurd. Het is onwezenlijk dat hij er niet meer is. Zo af en toe lees ik nog eens onze appjes, ondanks onze praatjes waren die meestal kort, maar meer was niet nodig. Dan mis ik hem zeer.


Sedotto was Ruud en Ruud was Sedotto en wij mochten daar door hem onderdeel van uitmaken. Naast alle kwaliteiten als modeman en ondernemer zal ik hem vooral herinneren om zijn kwaliteit om mensen om hem heen te verzamelen die heel belangrijk voor elkaar werden. Met de meesten van hen voel ik een diepe verbondenheid, die begonnen door de liefde voor kleding, is uitgegroeid tot vriendschappen voor altijd. Dat is meer dan bijzonder.

Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Gert Flikkema (zondag, 06 augustus 2023 00:40)

    Wat schrijf je mooi, Kees. Bijzondere vriendschappen en liefhebberijen :)
    Treurig om vrienden te moeten verliezen :(
    In je blog kom je niet terug op hoe het nu met jou zelf is. Ik hoop goed en beter!
    Fijne vakantie <3